Actueel

Actualiteit over werken met een reumatische aandoening

 

Op deze pagina vind je de laatste nieuwigheden over werken met een reumatische aandoening.

Klik op de titels voor meer informatie. 

 

Zijn er nog zaken die je zeker gepubliceerd wil zien op deze pagina, geef dan zeker een seintje aan de ReumaCoach van ReumaNet via anja@reumanet.be!

Voor vragen rond werk kan je zowel via mail als telefonisch terecht bij de ReumaCoach van ReumaNet:

mail: anja@reumanet.be | telefonisch: 0470/329 457 (op dinsdag en donderdag, tussen 11u en 13u - indien uren niet passen: graag berichtje nalaten!)

 

 

28/06/2023

 

Individueel MaatWerk (IMW)

Overgang van VOP naar individueel maatwerk:

Indien je al voor 1 juli 2023 recht had op een Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP), dan zal dit recht automatisch worden overgezet naar Individueel Maatwerk (IMW). Je hoeft hier zelf niets voor te doen. 

Had je recht op een VOP van onbepaalde duur, dan krijg je individueel maatwerk voor 5 jaar. Had je recht op een VOP voor bepaalde duur, dan krijg je individueel maatwerk voor de resterende duur van de VOP. Woon je echter in Brussel, dan gebeurt er geen omzetting!

Als werkende blijft het departement Werk en Sociale Economie (WSE) je VOP uitbetalen aan je werkgever tot de voorziene einddatum. Wel is het zo dat verlengingen of verhogingsaanvragen vanaf 1 april 2023 zullen toegekend worden op basis van de criteria die gelden voor individueel maatwerk (en niet meer die voor VOP).

Bron: VDAB

Wat is individueel maatwerk?

Individueel Maatwerk is een loonpremie, net zoals de Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP), die de werkgever kan krijgen indien hij aantoont dat hij rekening houdt met je beperking(en) en noden op de werkvloer. Jij behoudt zo je loon, maar je kan in ruil hiervoor vragen naar een aantal aanpassingen op de werkvloer. Zo kan je vragen voor andere taken of shiften, meer pauzes, tijdens de werkuren naar een specialist of consultatie gaan,... en kan deze premie ook de werkgever motiveren om bijvoorbeeld toe te staan je progressief te laten werken omwille van medische redenen. (Maar deze premie is niet nodig om deze toestemming te krijgen! Het kan je helpen in de onderhandelingen met je werkgever.) 

De toepassing van deze premie op de werkvloer is steeds in overleg tussen jou en de werkgever.

Het is een recht dat je kan aanvragen bij de VDAB en eens je dat recht hebt, kan je zelf kiezen dit te zeggen aan de werkgever of niet. Dit betekent dus ook dat, moest je van werkgever veranderen, je dit recht meeneemt en kan aanbieden aan de volgende werkgever. Het recht op individueel maatwerk is echter beperkt in tijd. Je kan een toekenning krijgen voor 2 of voor 5 jaar. Nadien moet je zelf het recht op de premie opnieuw aanvragen. Dit is verschillend ten opzichte van de VOP: deze kon voor onbepaalde duur toegekend worden.

Om de premie te krijgen, moet de werkgever een uitbetaling aanvragen via het departement Werk en Sociale Economie (WSE). Dit kan pas nadat jij het recht op deze loonpremie hebt toegekend gekregen via VDAB. De uitbetaling aan de werkgever zelf zal ook pas gebeuren nadat departement WSE de beslissing heeft genomen van toekenning (en niet meer vanaf datum van aanvraag bij WSE!).

 

* Begeleidingspremie

Bovenop de loonpremie kan er binnen individueel maatwerk beslist worden dat je recht maakt op een begeleidingspremie. Deze toekenning gebeurt altijd in combinatie met een loonpremie. Als je recht maakt op zowel de loonpremie als de begeleidingspremie, dan is de werkgever verplicht beide premies in te zetten. Hij kan dus niet kiezen! 

Bij deze begeleidingspremie is de werkgever verplicht 2 personen aan te stellen om je te begeleiden op de werkvloer. Met die premie betaalt de werkgever dan deze 2 personen. Enerzijds is dit een coach op de werkvloer; iemand die werkt in het bedrijf en die je dagdagelijks ondersteunt tijdens je werk. Anderzijds moet de werkgever een "gekwalificeerd begeleider" inschakelen. Dit is iemand die gespecialiseerd is in het ondersteunen van mensen op de werkvloer, die ook een ondersteuningsplan moet opmaken waarin wordt beschreven hoe je ondersteund zal worden en hoe die opvolging er precies uitziet. Deze gekwalificeerde begeleider kan iemand intern zijn in het bedrijf zelf of vanuit een externe dienst worden ingeschakeld. Deze persoon moet relevante beroepservaring kunnen aantonen en kwalificaties kunnen voorleggen; het kan dus niet zomaar iemand zijn.

Bron: webinar Emino 15 juni 2023. Meer informatie: www.emino.be/individueelmaatwerk en individueelmaatwerk@emino.be

12/06/2023

Op vraag van de ministers Vandenbroucke en Lalieux heeft de Federale OverheidsDienst (FOD) Sociale Zekerheid, in samenwerking met het RIZIV, een nieuwe online rekentool ontwikkeld: Jobcalc.

Deze rekentool maakt het mogelijk om de impact van werkhervatting op je tegemoetkoming(en) en/of ziekteuitkeringen in te schatten. Deze tool kan gebruikt worden door zowel werknemers als zelfstandigen.

Meer informatie en de link naar de tool vind je via deze link: klik hier

10/01/2023

Vanaf 1 oktober 2022 zijn er een aantal wijzigingen op vlak van de officiële re-integratietrajecten:

1. Contactname na 4 weken ziekte

Net zoals voorheen, moet de werkgever de preventieadviseur-arbeidsarts informeren wanneer een werknemer meer dan 4 weken afwezig is. Nieuw is dat deze arbeidsarts of de verpleegkundige die hem/haar bijstaat, zo snel mogelijk contact opneemt met de afwezige werknemer om deze te informeren over alle mogelijkheden op vlak van werkhervatting, zoals het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting (= adviesgesprek bij de arbeidsarts), een re-integratietraject en mogelijkheden van aanpassing van de werkpost of aangepast of ander werk. Het is de bedoeling om de werknemer zo snel en zo goed mogelijk te informeren over de mogelijkheden in kader van een terugkeer naar werk. 

 

2. De re-integratietrajecten

2.1.  Opstart van een re-integratietraject via de arbeidsarts

De opstart van een officieel re-integratietraject kan vanuit verschillende personen en ook hier zijn er een aantal aanpassingen. Vanaf 1 oktober 2022 geldt het volgende:

- De werknemer of behandelende arts kan vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid de vraag stellen aan de arbeidsarts om een re-integratietraject op te starten. De werknemer kan zich laten bijstaan door de terug naar werk coördinator van het ziekenfonds of de adviserend arts van het ziekenfonds. Deze adviserend kan evenwel zelf niet langer een re-integratietraject opstarten. De werknemer kan zich gedurende het hele traject laten bijstaan door een afgevaardigde. Het is de taak van de werkgever om de werknemer doorheen het traject eraan te herinneren dat deze zich kan laten bijstaan.

- De werkgever kan een vraag tot opstart van een re-integratietraject indienen na een periode van 3 maanden (voorheen was dit 4). Een bijkomende regelgeving is dat een werkhervatting van minder dan 14 dagen de arbeidsongeschiktheid niet onderbreekt: wanneer de werknemer dus minder dan 14 dagen het werk heeft hernomen en opnieuw ziek valt, behoort dit tot de termijn van 3 maanden.

De preventieadviseur-arbeidsarts start op vraag van werknemer, behandelende arts of werkgever het re-integratietraject op en verwittigt de adviserend arts van het ziekenfonds en de werkgever. Nieuw is dat een re-integratietraject nu ook kan opgestart worden bij arbeidsongevallen en beroepsziekten, na het einde van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid.

2.2.  De re-integratiebeoordeling door de arbeidsarts

De arbeidsarts en de werkgever doen de nodige inspanningen om de werknemer te bereiken. Ze nodigen de werknemer tot 3x uit. Als de werknemer niet ingaat op de uitnodigingen, dan wordt het re-integratietraject beëindigd.

Een re-integratietraject start met een onderzoek met de werknemer bij de arbeidsarts. Er wordt samen met de werknemer bekeken of het overeengekomen werk op termijn kan uitgevoerd worden, eventueel met aanpassingen. Er wordt samen besproken aan welke voorwaarden en mogelijkheden de werkpost en het werk moeten beantwoorden om voldoende aangepast te zijn aan de gezondheidstoestand en de mogelijkheden van de werknemer. Indien nodig vindt er een onderzoek plaats van de werkpost. Dit onderzoek kan door de arbeidsarts zelf worden uitgevoerd, maar evengoed door andere collega's op de dienst preventie en bescherming op het werk.

Nadien vindt er, mits toestemming van de werknemer, overleg plaats met de behandelend arts of de arts die het getuigschrift heeft opgemaakt, de adviserend arts van het ziekenfonds, andere preventieadviseurs of terugnaarwerk coördinatoren, arbeidsdeskundigen VDAB/GTB, disability managers,... Enkel op uitdrukkelijke vraag van de werknemer wordt de werkgever gecontacteerd in kader van overleg rond mogelijkheden en mogelijke aanpassingen op de werkvloer.

Na maximum 49 kalenderdagen, bezorgt de arbeidsarts de zogenaamde 're-integratiebeoordeling' aan de werkgever en aan de werknemer, met toelichting over de motieven van de beslissing en beroepsmogelijkheden bij een advies B (zie verder in deze tekst). Er wordt door de arbeidsarts een verslag opgemaakt in het gezondheidsdossier. Voor C- en D bedrijven zit de re-integratiebeoordeling door de preventieadviseur- arbeidsarts in het 'basispakket' ALS de werkgever een re-integratieplan aanbiedt.

Mogelijke adviezen die door de arbeidsarts gegeven kunnen worden na een re-integratiebeoordeling zijn de volgende:

- Advies/beslissing A: de werknemer is tijdelijk ongeschikt om het overeengekomen werk uit te voeren, maar kan dit op termijn hervatten. De arbeidsarts bepaalt aan welke modaliteiten en voorwaarden ander of aangepast werk of aanpassingen van de werkpost moet worden voldoaan in de tussentijd. Dit op basis van de gezondheidstoestand en mogelijkheden van de werknemer. 

- Advies/beslissing B: de werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk uit te voeren. Dit advies moet de adviserend arts in het gezondheidsdossier medische verantwoorden. De arbeidsarts bepaalt aan welke modaliteiten en voorwaarden ander/aangepast werk of aanpassingen van de werkpost moeten voldaan worden, op basis van de gezondheidstoestand en de mogelijkheden van de werknemer. Ben je als werknemer niet akkoord met deze beslissing, dan heb je 21 kalenderdagen de tijd om in beroep te gaan tegen deze beslissing.

- Advies/beslissing C: om medische reden is het (voorlopig) niet mogelijk om een re-integratiebeoordeling te doen. Het re-integratietraject wordt beëindigd en er wordt geen herevaluatie meer voorzien. Een nieuw re-integratietraject kan ten vroegste 3 maanden na beslissing C opnieuw worden opgestart, tenzij de arbeidsarts een goede reden heeft om af te wijken van deze 3 maanden-regel.

2.3.  Re-integratieoverleg en onderzoek werkgever

Op basis van de re-integratiebeoordeling, onderzoekt de werkgever wat de concrete mogelijkheden zijn op de werkvloer voor eventuele aanpassingen, ander werk,... De werkgever houdt hier rekening met de aanbevelingen van de arbeidsarts, het collectief re-integratiebeleid en het eventueel recht op redelijke aanpassingen voor personen met een handicap. 

De werkgever overlegt met de werknemer, de arbeidsarts en eventuele anderen en maakt een re-integratieplan op dat is aangepast aan de gezondheidstoestand en mogelijkheden van de werknemer.

2.4.  Re-integratieplan

Na de re-integratiebeoordeling en het overleg en onderzoek door de werkgever, wordt een re-integratieplan opgemaakt dat rekening houdt met redelijke aanpassingen aan de werkpost, aangepast werk, ander werk en nodige opleiding en/of begeleiding op de werkvloer en de actoren die daarvoor instaan. Bij beslissing A moet een re-integratieplan opgemaakt worden binnen de 63 kalenderdagen; bij beslissing B binnen de 6 maanden.

Indien er sprake is van toegelaten arbeid (deels loon, deels ziekte-uitkering omwille van medische redenen), dan bezorgt de arbeidsarts het plan aan de adviserend arts van het ziekenfonds voor toestemming. 

De werkgever bezorgt het plan aan de werknemer, met toelichting. De werknemer heeft 14 kalenderdagen de tijd om goedkeuring te geven. Is er een akkoord, dan wordt het plan uitgevoerd en volgt de arbeidsarts de uitvoering van het plan op. Is de werknemer niet akkoord, dan moet deze zorgen voor een gemotiveerde weigering. Reageert de werknemer niet, dan wordt er contact met de werknemer op genomen. Volgt er geen reactie, dan wordt dit bekeken als een weigering van het plan. Tenslotte is het aan de werkgever om op het einde van de uitvoering van het plan of bij weigering of geen reactie door de werknemer, het plan te bezorgen aan de arbeidsarts zodat het re-integratietraject kan beëindigd worden.

Maakt de werkgever geen re-integratieplan op na het onderzoek en overleg, dan moet deze een gemotiveerd verslag bezorgen aan de werknemer en de arbeidsarts.

 

3. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht

Vanaf 28 november 2022 is er een nieuwe procedure in kader van medische overmacht. Dze procedure staat los van de nieuwe re-integratiewetgeving die op 1 oktober 2022 van kracht werd.

Het is mogelijk om een arbeidsovereenkomst te beëindigen wegens medische overmacht (zonder opzegtermijn of -vergoeding) wanneer een werknemer definitief arbeidsongeschikt is voor het overeengekomen werk. Deze vaststelling moet door de arbeidsarts gebeuren. Zowel de werknemer als de werkgever kan deze procedure opstarten via een aangetekend schrijven.

De werknemer moet minstens 9 maanden ononderbroken arbeidsongeschikt zijn (een periode van werkhervatting van minder dan 14 dagen onderbreekt deze termijn niet) en er mag geen re-integratietraject lopende zijn.

Beslist de arbeidsarts dat de werknemer niet definitief ongeschikt is voor het overeengekomen werk, dan eindigt de procedure tot beëindiging van het arbeidscontract wegens medische overmacht, zonder gevolg. Een nieuwe procedure kan worden opgestart na een nieuwe termijn van ten minste 9 maanden ononderbroken arbeidsongeschiktheid. De werknemer kan wel aangepast of ander werk vragen. In dat geval zal de arbeidsarts aanbevelingen formuleren die de werkgever moet onderzoeken.

 

Bron en meer informatie kan je vinden via deze website van FOD Werk en Sociale Economie: klik hier en in deze overzichtelijke powerpoint: klik hier.

Bron nieuwe wet artikel 34: klik hier.

 

8 december 2022

Wie een ziekte-uitkering combineert met loon (systeem van gedeeltelijke werkhervatting omwille van medische redenen) kan vanaf oktober 2022, met toestemming van de adviserend arts van het ziekenfonds, een uitzondering krijgen op de zogenaamde arbeidsduurregeling.

Tot voor kort moesten werknemers die het werk hervatten, minstens ingeschakeld worden voor 1/3e van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren. In de praktijk betekende dit dat je vaak pas kon herstarten aan een minimum arbeidsduur van 13 uur per week.

Ook was het zo dat de duur van elke werkperiode niet korter mocht zijn dan 3 uur.

Van beide minimumgrenzen (13u/week en de werkblokken van 3u) kan nu afgeweken worden voor de werknemer die het werk progressief hervat met toelating van de adviserend arts van het ziekenfonds én ook voor de zelfstandige die het werk progressief hervat met toelating van de adviserend arts van het ziekenfonds.

Kortom: werknemers en zelfstandigen kunnen vanaf nu minder dan 13 uur per week hervatten, met blokken van minder dan 3 uur aaneensluitend per dag, in kader van progressieve hertewerkstelling, mits akkoord van de adviserend arts van de mutualiteit!

Meer informatie kan je vinden via deze linken: Acerta en VPP

 

Zoals in een vorig artikel reeds beschreven, is er ook een aanpassing in kader van progressief werken op vlak van gewaarborgd loon. Vanaf 28 november 2022 zal je als werknemer opnieuw recht hebben op een gewaarborgd loon na een periode van 20 weken arbeidsongeschiktheid.

Meer informatie kan je vinden via deze link: Acerta en Werk België

 

 

21/11/2022

Vanaf maandag, 28 november 2022 zal er een nieuwe wet in werking treden met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid van de werknemer wegens ziekte of ongeval. De wetgeving zal met name op drie vlakken aangepast worden:

1. Vrijstelling geneeskundig getuigschrift voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid

Indien er in de CAO of het arbeidsreglement op het werk is opgenomen dat de werknemer verplicht is een geneeskundig getuigschrift in te dienen wanneer deze afwezig us wegens ziekte of ongeval, zal deze drie keer per kalenderjaar vrijgesteld worden een attest in te dienen voor de eerste dag van afwezigheid wegens ziekte of ongeval. Dit geldt zowel voor één dag afwezigheid als de eerste dag van een langere periode van afwezigheid. De werknemer is natuurlijk wel nog steeds verplicht de werkgever onmiddellijk op de hoogte te stellen van zijn/haar afwezigheid.

(Afwijkingen op deze nieuwe regelgeving zijn mogelijk voor bedrijven met minder dan 50 werknemers indien dit is opgenomen in het arbeidsreglement of CAO.)

2. Nieuwe procedure voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht

De procedure van medische overmacht wordt losgekoppeld van het re-integratietraject: De procedure medische overmacht kan pas starten vanaf minstens 9 maanden arbeidsongeschiktheid én voor zover er geen officieel re-integratietraject lopende is voor de werknemer.

De arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd wegens medische voermacht indien uit de vaststelling van de preventieadviseur-arbeidsarts of uit het resultaat van de beroepsprocedure blijkt dat het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk uit te voeren en:

  • de werknemer niet gevraagd heeft naar andere mogelijkheden voor aangepast of ander werk, of
  • de werknemer wel gevraagd heeft naar andere mogelijkheden voor aangepast of ander werk, maar dat de werkgever dit niet kan aanbieden, of
  • de werknemer wel gevraagd heeft naar andere mogelijkheden voor aangepast of ander werk, dat de werkgever dit heeft aangeboden maar dat de werknemer het aangeboden aangepast of ander werk heeft geweigerd

3. Beperking van de neutralisatie van het gewaarborgd loon in geval van gedeeltelijke hertewerkstelling omwille van medische redenen (progressieve tewerkstelling/toegelaten activiteit/deels loon, deels ziekte-uitkering)

In de algemene regeling is de werkgever geen gewaarborgd loon verschuldigd in kader van gedeeltelijke hertewerkstelling indien de werknemer afwezig is wegens ziekte. De nieuwe regelgeving zegt dat de werkgever na een periode van 20 weken, te tellen vanaf de aanvang van de gedeeltelijke hertwerkstelling omwille van medische redenen, toch opnieuw gewaarborgd loon zal moeten uitkeren voor het werk dat wordt uitgevoerd (en dit aangevuld met een ziekte-uitkering vanuit het ziekenfonds).

 

Meer informatie over deze drie nieuwe maatregelen vind je via deze link (klik hier).

 

 

20 juli 2022

 

Vanaf 1 juli 2023 zullen er veranderingen worden doorgevoerd op vlak van enkele huidige Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM). Dit zal het geval zijn voor 4 maatregelen die zullen verdwijnen: de Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP), de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), de Lokale Diensteneconomie (LDE) en de maatwerkafdelingen (MWA) van collectief maatwerk. Vanaf 1 juli 2023 zal in kader van deze vier maatregelen gesproken worden over 'premies voor individueel maatwerk'.

Voor mensen met een reumatische aandoening is vooral de Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP) een belangrijke ondersteunende maatregel. Dit is een loonkostsubsidie voor werkgevers en zelfstandigen, dewelke mogelijke financieel verlies opvangt omwille van de beperkingen die je ervaart door je reuma op de werkvloer. Momenteel kan deze VOP nog steeds aangevraagd worden trouwens en dit tot 30 juni 2023! Meer informatie over de VOP vind je hier: klik op deze link als werknemer/werkgever. Klik op deze link als zelfstandige.

 

Hoe gaat dit nu concreet in zijn werk in geval van de Vlaamse OndersteuningsPremie?

Heb je voor 1 juli 2023 recht op een Vlaamse OndersteuningsPremie, dan hoef je niets te doen. Het recht zal automatisch omgezet worden naar individueel maatwerk indien je reeds aan de slag bent. De premie wordt toegekend voor de voorziene duurtijd (zowel aan zelfstandigen als aan werkgevers) en dus uitgekeerd tot de einddatum. Verander je van werkgever, dan zal de premie stoppen bij de oude werkgever en de nieuwe werkgever kan een nieuwe premie-aanvraag indienen.

Verlenging of verhoging kan aangevraagd worden via de voorwaarden van individueel maatwerk. Meer informatie voor werkgevers: klik op deze link. Meer informatie voor zelfstandigen: klik op deze link. Ben je niet aan de slag, dan zal je contact moeten opnemen met VDAB om te bekijken of je in aanmerking komt voor individueel maatwerk bij een nieuwe werkgever.

Binnen individueel maatwerk kunnen twee soorten premies aangevraagd worden (en zijn ook mogelijks te combineren): de loonpremie en de begeleidingspremie:

-  De loonpremie is berekend als percentage van het loon en bedoeld om tegemoet te komen aan de mogelijke extra kosten of lagere productiviteit die de arbeidsbeperking met zich mee kan brengen. Deze premie neemt af tijdens een periode van (maximum) vijf jaar (en is dus te vergelijken met de huidige VOP). Meer informatie: klik op deze link.

- De begeleidingspremie is een forfaitaire vergoeding, bedoeld voor begeleiding op de werkvloer en houdt rekening met een bijkomende (opstart)kost tijdens het eerste jaar. Meer informatie: klik op deze link.

 

Wat wordt er bedoeld met de 24- uurscontracten in individueel maatwerk?

Hierover kreeg ik meer verduidelijking vanuit het Departement Werk en Sociale Economie:

Die 24 uur gaat over de totale duurtijd van het contract en niet per week. In de praktijk worden hiermee de 'dagcontracten' bedoeld. Dus mensen die in dienst en uit dienst gaan op dezelfde datum. Deze mensen kunnen geen premie genieten.

Zodra een werknemer meer dan één dag in dienst is, is de 24u-regel dus niet meer van toepassing.

 

Wens je meer informatie? Dan kan je deze vinden via deze link: klik hier.

 

20 april 2022

 

Op dinsdag, 19 april 2022 vond de eerste Conferentie Vlaamse Arbeidsmarkt plaats. Deze conferentie werd georganiseerd door Vlaams minister van Werk en Sociale Economie Hilde Creveits en het Departement Werk en Sociale Economie (WSE), in samenwerking met VDAB.

 

Het werd een gevulde agenda, met tal van prominente sprekers waaronder de Vlaamse Minister President van Vlaanderen, Jan Jambon, Vice-eerste Minister en Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke en Minister van Werk en Sociale Economie, Hilde Crevits.

De rode draad in de hele conferentie ging over het behalen van een 80% werkzaamheidsgraad tegen 2030. Een uitdaging in het kader van een vergrijzende arbeidsactieve bevolking (77 000 vacatures per jaar komen vrij door die vergrijzing!), waarbij de betaalbaarheid van het sociale zekerheidssysteem onder de loep wordt genomen. De covid-crisis heeft even voor een stagnatie gezorgd, maar nu zou de werkzaamheidsgraad toch iets hoger liggen dan voor de crisis. Evenwel staan we voor nieuwe uitdagingen: stijgende energieprijzen en loonkosten, maar even goed een moeilijkere aanlevering van bepaalde materialen omwille van de oorlog die er heerst in Oekraïne.

"De krapte op de arbeidsmarkt is een structureel probleem en vraagt voor een structurele oplossing", aldus Jan Jambon.

Minister van Werk en Sociale Economie, Hilde Crevits wil het vooral over een andere boeg gooien. Ze wil focussen op de mensen zelf en de meerwaarde die werken/een job brengt. Een job zorgt voor voldoening, meer zelfvertrouwen, sociale verbondenheid, zelfontplooiing, structuur,... En mevrouw Crevits vraagt zich af hoe we mensen meer warm kunnen maken om te gaan werken en ook meer warm kunnen houden zodat ze minder zouden afhaken.

Mevrouw Sarah Vansteenkiste, Coördinator Steunpunt Werk (KU Leuven) geeft aan dat op basis van voorspellingen, we volgens de huidige situatie en het huidige beleid, tegen 2030 komen tot een werkzaamheidsgraad van maar 76,6%. Dit is een kloof van 3,4%, wat betekent dat de overheden een tandje bij moeten steken om maar liefst 132 000 extra mensen te mobiliseren om te gaan werken, wat neerkomt op 14 000 extra werkenden per jaar!

Mijnheer Jeroen Franssen, Senior Expert Talent, Labour Market & Organisation (Agoria) vult aan. Niet alleen zullen door de krapte op de arbeidsmarkt veel vacatures open blijven staan, er zullen in de komende jaren ook behoorlijk wat jobs verdwijnen: 80 000 jobs om precies te zijn en ook nieuwe jobs bijkomen (240 000). Geen enkele job zal in de komende jaren immuun zijn voor verandering. Alle jobs zullen inhoudelijk een stuk wijzigen en zullen beroep doen op veranderende competenties. Permanente vorming en bijscholing zijn aan de orde. Bijkomend geeft mijnheer Franssen ook aan dat "de rek uit de elastiek is" voor vele mensen en de focus vooral moet gaan liggen op het verbeteren van het comfort van de werknemers/ondernemers.

Na deze problematieken te hebben aangestipt, werd de overstap gemaakt naar het aanreiken van mogelijke "oplossingen" om de krapte op de arbeidsmarkt aan te gaan pakken. Korte debatten, voorafgegaan met korte filmpjes en polls, stippen hier en daar wat drempels en mogelijkheden aan, om de conferentie te besluiten met het klaverblad aan acties, voorgesteld door mevrouw Crevits:

 

1. Een resultaatgericht activeringsbeleid

In eerste instantie zal het beleid zich richten op het activeren van een tot nu toe nog minder aangesproken groep van potentiële arbeidskrachten. Denk in eerste instantie aan de groep langdurige zieken, waar een samenwerking is op federaal niveau met Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke (Denk hierbij aan de 'nieuwe' Terugnaarwerkcoördinatoren binnen de mutualiteiten). Doel is om hier de trajecten in samenwerking met VDAB op te drijven naar 7500 trajecten dit jaar; 10 000 trajecten in 2023 tot 12 000 trajecten in 2024. 

"Je geeft kansen, maar de kansen moeten ook gegrepen worden", aldus Minister Vandenbroucke.

Tijdens de conferentie was Frank Vandenbroucke zeer duidelijk. Elke partij zal verantwoordelijkheid moeten opnemen in dit hele proces om langdurig zieken terug aan het werk te helpen. Zo zal gekeken worden naar de inzet van de ziekenfondsen (aantal oproepingsbrieven, aantal trajecten,... worden gemeten en gefinancieerd), zal de samenwerking met werkgevers intensiever worden via een knipperlichtsysteem bij arbeidsartsen en zullen de mensen die langdurig ziek zijn verplicht worden om brieven te beantwoorden en in te gaan op uitnodigingen, gestuurd vanuit het ziekenfonds (ik denk dan persoonlijk aan bijvoorbeeld het invullen van die befaamde quickscan).

De overheden denken echter ook ruimer, aan samenwerkingen op lokaal vlak bijvoorbeeld om ook andere 'inactieven' te overtuigen om de stap naar werk te zetten. (Bijvoorbeeld huisvaders en/of -moeders, studenten,...)

Niet alleen zullen mensen gemobiliseerd worden, ook zal er bekeken worden op welke manier werk lonend wordt. Volgens mevrouw Crevits moet het financieel voordeliger zijn om te gaan werken dan om niet te gaan werken.

 

2. Een doorgedreven opleidingsbeleid en loopbaanbeleid

"Leren moet niet bekeken worden als een straf, maar als een kans", aldus mevrouw Crevits. Tijdens je loopbaan zou je je blijvend moeten kunnen bijscholen. 

 

3. Versterkt inzetten op werkbaar werk

Hier werd aangestipt dat er meer kansen gecreëerd moeten worden om werk en ziek zijn te combineren. Er werd vooral stilgestaan rond stress en burnout, energiemanagement en de kracht van luisteren, maar ook het sneller kunnen overstappen naar een andere werkgevers indien dit aan de orde is (de zogenaamde 'warme overdracht').

 

4. Interregionale mobiliteit en economische migratie

Vlaanderen wil meer Walen en Brusselaars aan het werk in Vlaanderen. 2x 2000 personen werd genoemd. Dit zou meer mogelijk gemaakt moeten worden mits een goede samenwerking tussen VDAB, FOREM en ACTIRIS. 

 

Persoonlijke mening van onze ReumaCoach / Certified Return to Work Coordinator, Anja Marchal:

"Ik bleef op mijn honger zitten rond het thema 'werkbaar werk'. Ik had dit graag als eerste topic gezien, uitgebreid en zeer concreet. We hebben als mensen met een reumatische aandoening echt nood aan specifieke aanpassingen op de werkvloer, maar zeer zeker ook binnen de wetgeving en het beleid. Zo hebben we bijvoorbeeld nood aan een structurele mogelijkheid tot deeltijds werken met bijpassing vanuit de ziekte-uitkering, met een toekenning van onbepaalde duur. We hebben nood aan de uitbreiding van de uitkeringsgarantiemaatregel of een beter sociaal vangnet voor onze jongeren en ondernemers,... Maar we hebben vooral nood aan begrip en ondersteuning: we willen graag werken, maar stoten nog veel te veel op kleine regeltjes of financiële valkuilen. Werken moet lonend zijn, maar mag niet ten koste gaan van onze gezondheid..."

#vankraptenaarkansen 

24 januari 2022

 

Op maandag 24 januari 2022 stelde minister Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, in samenwerking met het RIZIV, zijn plan rond de Terug Naar Werk Coördinatoren voor in een webinar.

In 2022 zullen 40 mensen opgeleid worden tot Terug Naar Werk Coördinatoren; in 2023 worden dit er 60. Deze Terug Naar Werk Coördinatoren zullen een plaats krijgen binnen de mutualiteiten, in het multidisciplinair team actief rond tewerkstelling en evaluatie van de arbeidsgeschiktheid/restcapaciteiten. De Coördinatoren zijn geen coaches of geven geen opleiding of vorming. Het gaat om een coördinerende en ondersteunende functie. Deze Coördinatoren zullen voornamelijk ervoor zorgen dat mensen tijdig de juiste informatie krijgen naar mogelijkheden in kader van terugkeer naar werk.

 

Hoe zal dit alles nu concreet in zijn werk gaan?

Van zodra je arbeidsongeschikt wordt, zal je een vragenlijst mogen verwachten. Deze vragenlijst - de zogenaamde 'quickscan' - moet je dan binnen de 10 weken ingevuld terug bezorgen aan je mutualiteit. In de vragenlijst worden vragen gesteld met betrekking tot je medische situatie, maar ook over je persoonlijke thuis- en werksituatie, je motivatie om terug te keren naar werk, je contact met collega's, je welbevinden,... Dit alles om een ruimer zicht te krijgen op je persoonlijke situatie en mogelijkheden in kader van werk.

Op basis van deze vragenlijst wordt een afweging gemaakt in hoeverre je nog stappen kan zetten richting werk en op welke termijn. Vul je de vragenlijst niet in, dan zal de Terug Naar Werk Coördinator contact met je opnemen om te bespreken waarom dit niet gebeurde en te bekijken hoe je situtatie is op dat moment.

 

Op basis van de vragenlijst, zal de adviserend arts van je mutualiteit in samenwerking met zijn multidisciplinaire team, komen tot één van volgende beslissingen:

- Beslissing 'Categorie 1': volgens de adviserend arts zal je op eigen initiatief het werk terug kunnen hervatten en dit ten laatste binnen de 6 maanden na het begin van de arbeidsongeschiktheid. (Heb je het werk dan toch nog niet hervat, dan vindt een herevaluatie plaats.)

- Beslissing 'Categorie 2': volgens de adviserend arts kan je om medische redenen het werk niet hervatten

- Beslissing 'Categorie 3': een werkhervatting is volgens de adviserend arts voorlopig nog niet mogelijk omwille van lopende behandelingen en/of diagnosestelling

- Beslissing 'Categorie 4': volgens de adviserend arts kan je stappen zetten richting werk en kan er een traject opgestart worden via de Terug Naar Werk Coördinator

 

(Nieuw! In eerste instantie wordt dus niet meer gekeken of je al dan niet verbonden bent aan een arbeidscontract; in beide situaties word je door de adviserend arts doorverwezen naar de Terug Naar Werk Coördinator.)

Belangrijk: wens je sneller stappen te zetten naar werk, dan kan dit natuurlijk! Indien je een traject wenst via de Terug Naar Werk Coördinator, kan je rechtstreeks contact opnemen met deze Coördinator. Deze zal jou de vragenlijst toesturen, dewelke je binnen de twee weken ingevuld terug moet bezorgen. Binnen één maand na ontvangst van deze vragenlijst, zal je worden uitgenodigd voor een eerste contactmoment met deze Coördinator.

 

Bij beslissing 'Categorie 4' neemt de Terug Naar Werk Coördinator contact met je op binnen de eerste maand na de beslissing van de adviserend arts. Deze Coördinator zal tijdens dit gesprek zijn/haar rol toelichten en met jou bekijken welke de eerste stappen kunnen zijn in het traject dat jullie samen zullen afleggen. Ook zal deze Coördinator je toestemming vragen of hij/zij jouw gegevens mag verwerken; alle stappen en afspraken worden in een Terug Naar Werk Dossier geregistreerd: het is jouw recht als patiënt om dit dossier in te kijken!

 

Ben je verbonden aan een arbeidscontract, dan zal de Terug Naar Werk Coördinator je vragen contact op te nemen met de preventieadviseur- arbeidsarts van je werk. In eerste instantie zal worden gekeken of een eerste adviesgesprek 'het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting' mogelijk is of dat er sprake zal zijn van een opstart van een officieel re-integratietraject.

Wil je niet langsgaan bij je arbeidsarts, wens je geen officieel re-integratietraject te starten op het werk of heb je geen arbeidscontract, dan zal de Terug Naar Werk Coördinator toelating vragen aan de adviserend arts van je mutualiteit voor de opstart van een nieuw traject. De adviserend arts kijkt na of terugkeer naar werk kan in kader van je gezondheidstoestand. Indien deze arts beslist dat dit traject niet kan opstarten omwille van gezondheidsredenen, dan zal de Terug Naar Werk Coördinator binnen de maand contact met je opnemen om dit te bespreken.

Ook wanneer er sprake is van ontslag omwille van medische redenen en een officieel re-integratietraject is afgerond, kan je terecht voor ondersteuning bij de Terug Naar Werk Coördinator.

 

Een eerste opvolggesprek zal plaatsvinden binnen de maand na de opstart van het traject (en kan eventueel door een tweede opvolggesprek worden gevolgd). Alle afspraken, doelstellingen, acties,... die worden afgesproken met de Terug Naar Werk Coördinator worden neergeschreven in een Terug Naar Werk Plan en geregistreerd in een Terug Naar Werk Dossier. Zoals eerder vermeld heb je als patiënt het recht dit ten alle tijden in te zien. 

De Terug Naar Werk Coördinator volgt de afspraken die jullie samen maakten op, stuurt bij waar nodig en ondersteunt je doorheen het traject richting werk. 

 

Zoals steeds kan je met vragen, bedenkingen, bemerkingen,... terecht bij onze ReumaCoach: anja@reumanet.be

 

 

 

 

ReumaNets patiëntexpert tewerkstelling en gecertificeerd Return To Work Coördinator Anja Marchal gaat op zoek naar verhalen rond werken met reumatische aandoeningen.

Werken met een reumatische aandoening is niet altijd even makkelijk. Hoe doen andere mensen met reuma dat? Zijn er veel aanpassingen nodig op de werkvloer? Wat vinden zij dat voor hen het beste werkt? En ook: wat vindt hun werkgever ervan? 

Klik op de foto en lees het interview:

 

                                                        

 

 

                                                         

 

 

                                                           

 

 

                                                         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16 februari 2021

 

Het Vlaams PatiëntenPlatform (VPP) en Trefpunt Zelfhulp lanceren de toolbox ‘Hoe communiceer ik over mijn ziekte op het werk?’

Specifiek voor mensen die langdurig ziek zijn en terug stappen willen zetten naar werk, heeft het VPP en Trefpunt Zelfhulp een toolbox ontwikkeld. Deze toolbox bestaat uit een folder met communicatietips voor werknemers, een folder met communicatietips voor werkgevers en een vorming met bijhorend werkboek.


Voor wie?
Ben je langdurig ziek en wil je stappen zetten naar werk, dan kan je je inschrijven voor deze vorming, waarbij de uitwisseling tussen lotgenoten en het leren van elkaar centraal staat. De vorming focust zich vooral op communicatie, specifiek tijdens 3 belangrijke momenten: de periode van afwezigheid, het moment van werkhervatting en ten slotte enkele weken later.


Hoe praktisch?
Deze vorming richt zich naar patiëntenorganisaties, al dan niet lid van VPP. Ben je langdurig ziek en heb je interesse in deze vorming, dan kan je aan de patiëntenorganisatie waarvan je lid bent vragen deze opleiding te organiseren. Patiëntenorganisaties kunnen zelf natuurlijk ook het initiatief nemen om een dergelijke vorming te organiseren.
Normaliter gaat deze vorming fysiek door en wordt er gewerkt met groepen. Tijdens deze Coronatijden echter, wordt de vorming momenteel individueel en digitaal aangeboden: je kan je inschrijven voor een kennismakingssessie van één uur, waarbinnen je al aan de slag kan met oefeningen en waar je ook belangrijke tips mee krijgt. 


Materiaal?
Beide folders met communicatietips (voor werknemers en werkgevers) kan je gratis verkrijgen via de website van VPP. Het werkboek is enkel beschikbaar voor deze patiënten die de vorming volgen. 


Meer informatie?
www.vlaamspatientenplatform.be

30 november 2020

 


Op donderdag 26 november 2020 vond de webinar plaats rond het eindrapport 'ReumaWerkt: werken met een reumatische aandoening'.

Tijdens dit digitale infomoment lichtte Anja Marchal, gecertificeerd Return to Workcoördinator en Patiënt Expert Reuma&Werk, de eindresultaten van haar tweejarig onderzoek rond werken met reuma toe.


Geïnteresseerden kunnen de webinar (her)bekijken via deze link.

 

Meer informatie over dit eindrapport kan u vinden via deze link, evenals in het artikel hieronder: "Eindrapport ReumaWerkt: werken met een reumatische aandoening".

 

Suggesties gebracht tijdens de webinar zijn meegenomen naar deze website. Zo is de benaming van 'dienst arbeidsbeperking' van VDAB aangepast naar de recentere naam van de dienst: dienst TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (Dienst TOM) en is de link naar de webinar van Grip vzw rond 'Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen' toegevoegd. Ook hier vind je de link naar deze infosessie, die plaatsvond op 16 november 2020.

Heb je nog vragen, bemerkingen, mogelijkheden tot samenwerking,… ? Contacteer me dan via anja@reumanet.be of tijdens het telefonisch permanentie-moment: elke dinsdag en donderdag tussen 11 uur en 13 uur op 0470/329 457

17 november 2020

 

Gedurende twee jaar werkte ReumaCoach Anja Marchal aan een studie die de valkuilen rond werken met reuma moest blootleggen.

Anja Marchal, de ReumaCoach van ReumaNet helpt, geheel vrijblijvend, iedereen die vragen heeft rond werken met reuma. Enkele jaren geleden volgde zij een opleiding bij het RIZIV tot Disability Manager/Return to work coördinator, waardoor ze nog beter op de hoogte is van wat de regelgevingen en mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt. In dit kader werd, samen met het RIZIV, een nieuw project opgezet. Van januari 2018 tot en met oktober 2019 werd iedereen die contact opnam met de ReumaCoach gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek ‘ReumaWerkt: werken met een reumatische aandoening’.

 

127 mensen namen deel aan het onderzoek dat bestond uit het invullen van digitale enquêtes. Daarnaast ontwikkelde ReumaNet een enquête specifiek voor hulpverleners.  79 mensen vulden deze in: voornamelijk reumatologen, reumaverpleegkundigen en andere zorgverleners binnen de reumatologie. 
Alle resultaten werden gebundeld in een lijvig rapport dat vrij te verkrijgen is via deze link. Een printvriendelijke versie vind je hier. Klik hier voor de Franstalige versie.

We vatten de belangrijkste punten graag voor jullie samen.

 

Het eindrapport vermeldt vier grote besluiten:

1. INFORMATIE

  • In België is er al heel wat informatie beschikbaar over werken met een arbeidsbeperking. Deze informatie is evenwel te complex, moeilijk terug te vinden en niet aangepast aan de specifieke noden van mensen met een reumatische aandoening. 
  • Zorgverleners willen informatie bieden over tewerkstelling en dan voornamelijk via de reumaverpleegkundige, reumatoloog, sociale dienst of de reumacoach van ReumaNet. Het is echter niet altijd duidelijk waar ze correcte informatie over werken met reuma kunnen vinden. 
  • 54% van de zorgverleners geeft aan enkel informatie over werken met reuma te bieden indien de patiënt er zelf om vraagt.

Besluit 1: Er is nood aan specifieke tools en ondersteuning op vlak van informatie voor mensen met reuma in kader van werk. Daarnaast moet het thema ‘werken met reuma’ een duidelijkere plaats krijgen tijdens de consultaties.


2. NODEN EN HULPBRONNEN

  • Fysieke beperkingen, geen of beperkte aanpassingsmogelijkheden op de werkvloer, onbegrip, vermoeidheid en barrières met betrekking tot de wetgeving zijn de grootste obstakels op de werkvloer voor mensen met een reumatische aandoening.
  • De mogelijkheid tot aanpassen van aantal uren, een andere taak- en functie-inhoud en aangepast materiaal worden als ondersteunend ervaren op de werkvloer. Het inzetten van de Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen en de mogelijkheid tot toegelaten arbeid worden eveneens ervaren als positieve factoren in het kader van professionele re-integratie.

Besluit 2: Er is nood aan specifieke, aangepaste maatregelen en ondersteuning op de werkvloer voor mensen met een reumatische aandoening. De bestaande maatregelen en ondersteuning moeten worden uitgebreid en meer geüniformeerd over sectoren en regio’s zodat de kans op jobbehoud of terugkeer naar de job wordt vergroot.


3. PATIENT EXPERTISE
De ReumaCoach van ReumaNet is zelf reumapatiënt en opgeleid als patiënt expert bij ReumaNet. 

  • Mensen voelden zich begrepen, hadden geen schrik om hun situatie uit de doeken te doen, kregen soms opnieuw moed en perspectief om terug stappen te zetten naar werk. Men had het gevoel dat de aandoening serieus werd genomen en de klachten niet werden geminimaliseerd. Er werd aangegeven minder ‘schrik’ te hebben tijdens de gesprekken, wat leidde tot open dialogen.
  • 80% van de patiënten gaf een tevredenheidsscore van 7/10 of meer. 82% gaf aan de dienstverlening van de ReumaCoach aan te bevelen aan anderen.

Besluit 3: Ondersteuning vanuit ervaringsdeskundigheid en patiënt expertise wordt ervaren als een meerwaarde.


4. DISABILITY MANAGEMENT
De ReumaCoach van ReumaNet volgde de opleiding ‘Return to Work Coordinator’, georganiseerd door het RIZIV en behaalde de certificering. Tijdens de coaching werkte ze via de principes van disability management, waarbij een proactieve aanpak centraal staat met als hoogste doel werkbehoud of zo snel mogelijk terug aan het werk. De focus tijdens dergelijke begeleiding ligt op het bekijken van de medische diagnose in een ruimere bio-psycho-sociale context. Het werken op maat en het ‘kunnen’ van iemand staan centraal.

  • ReumaNet bereikte vooral mensen die nog aan het werk waren of reeds startten met toegelaten activiteit. Mensen willen zich zo goed mogelijk informeren VOORDAT ze uitvallen op de werkvloer. 
  • 37% van de mensen die contact opnamen met de ReumaCoach kreeg een individuele ondersteuning op maat. De overige mensen konden ondersteund worden op een meer algemene manier: doorverwijzing naar bestaande diensten, uitleg over mogelijkheden en ondersteuning en praktische tips en informatie.

Besluit 4: Werken via de principes van disability management loont. Er wordt immers gewerkt op maat, met focus op de noden en evenzeer het ‘kunnen’ van de persoon, steeds in communicatie met zijn/haar context.

 

Uit het onderzoek kunnen we besluiten dat er reeds ondersteuning voorhanden is in België voor mensen die beperkingen ervaren op de werkvloer. Evenwel is deze informatie niet makkelijk terug te vinden, te complex en niet voldoende duidelijk. Bovendien zijn de ondersteuningsmogelijkheden verschillend, afhankelijk van de regio waar je woont en de job die je uitvoert (privé, zelfstandige, ambtenaar binnen verschillende overheidsstructuren) en niet voldoende aangepast aan de noden van mensen met een reumatische aandoening. 
Elke persoon heeft eigen noden en een ondersteuning in kader van professionele re-integratie dient bekeken te worden in een ruimere bio-psycho-sociale context: er moet ruimer gekeken worden dan enkel naar de diagnose die werd gesteld.

 

Het afronden van de studie betekent niet het einde van het ReumaCoach-verhaal. Anja bundelde de meest voorkomende vragen en noden op deze website van ReumaNet. Je kan deze informatie makkelijk terugvinden onder subtitel 'Werk en reuma'. Verder blijft ze ondersteuning bieden via individuele contacten, infosessies en workshops. “Het is mijn passie om obstakels onder de aandacht te brengen, maar vooral om samen te zoeken naar mogelijke oplossingen en verbetervoorstellen”, legt ze uit. “We zijn er niet alleen voor mensen die al problemen hebben op de werkvloer. Idealiter ontvangt iedereen die een diagnose krijgt onmiddellijk de juiste info en doorverwijzing over mogelijke stappen op vlak van werk. We maken er werk van!”

Heb jij vragen rond werken met een reumatische aandoening? Contacteer dan vrijblijvend de ReumaCoach via anja@reumanet.be 

 

Anja organiseert op donderdag, 26 november om 14 uur een infomoment waarop ze de resultaten van dit eindrapport zal toelichten. Tijdens dit digitaal moment is er eveneens ruimte voor vragen. Inschrijven is gratis maar wel verplicht en kan via deze link

4 augustus 2020

Ben je arbeidsongeschikt en krijg je een ziekte-uitkering via het ziekenfonds, dan is het ook mogelijk om via interimcontract terug aan het werk te gaan.

Dit kan zowel deeltijds als voltijds. Ook kan dit in kader van toegelaten activiteit/deeltijdse werkhervatting omwille van medische redenen. In principe kan dit zelfs als je nog verbonden bent aan een arbeidscontract, mits toestemming van de werkgever en natuurlijk ook van de adviserend arts van je ziekenfonds. Je kan dit op eigen initiatief opnemen, of je kan je hierbij laten ondersteunen door VDAB, GTB of loopbaancoaches. (Voor meer uitleg rond deze ondersteuning en gedeeltelijke werkhervatting omwille van medische redenen, klik dan op deze link.)

In bepaalde regio's, startte VDAB in samenwerking met de interimsector en het RIZIV (RijksInstituut voor Ziekte- en InvaliditeitsVerzekering) het initiatief IN-STAP. Meer informatie vind je in onderstaande video of in deze flyer.

 

30 april 2020

 

Vanaf maandag 4 mei 2020 geeft de veiligheidsraad groen licht om terug aan het werk te gaan. Een hele waslijst aan veiligheidsvoorschriften is opgesteld en er heersen toch wel wat bezorgdheden.

Vanuit reumatologie wordt aangegeven dat mensen het werk kunnen hervatten als dit kan volgens de behandelende arts én als de werkomgeving voldoende veiligheid kan waarborgen. Wat deze voorstellen tot maatregelen op de werkvloer zelf precies zijn, kan je terugvinden in deze brochure: klik hier. Zeker de moeite waard om deze even door te nemen, zowel voor werknemers als voor werkgevers!

 

In het algemeen gelden zeker volgende maatregelen:

- bij voorkeur blijft men thuis werken 

- vermijd niet-essentiële verplaatsingen

- hou voldoende afstand op de werkvloer en doe een mondmasker aan waar deze afstand niet bewaard kan blijven

- was voldoende je handen

- ontsmet zoveel mogelijk de ruimte en zeker klinken en materiaal dat regelmatig door anderen wordt aangeraakt

- ventileer de ruimte waarin je je bevindt zoveel mogelijk

- geef geen handen, ga niet kussen en knuffelen. Vermijd dus lichamelijk contact

- kies zoveel mogelijk voor trappen in plaats van liften

- vermijd zoveel mogelijk spitsuren; probeer zoveel mogelijk op verschillende uren dan deze van je collega's toe te komen en te vertrekken

- verplaats je liefst te voet, met de fiets of met eigen vervoer. Ga je met het openbaar vervoer: draag een mondmasker en vermijd ook hier piekuren

- ben je ziek, blijf dan thuis of keer zo snel mogelijk terug naar huis en contacteer je arts

- ...

Heb je twijfels of je het werk wel voldoende veilig kan hervatten omwille van je reumatische aandoening, neem dan zeker contact op met je behandelende arts om dit te bespreken. Er is sprake van een specifieke ziekte-attest waarop je arts kan attesteren dat je omwille van gezondheidsredenen het werk niet kan hervatten. Deze attesten zouden dan ook recht maken op een tijdelijke werkloosheidsuitkering. Neem dus zeker contact op met je arts bij twijfel!

Op donderdagavond, 10 oktober 2019 vond het Reumacafé plaats rond het onderzoek ‘ReumaWerkt: Werken met een reumatische aandoening’.

 

Iets meer dan 50 mensen tekenden present in het ReumaHuis.
Anja Marchal, ReumaCoach van ReumaNet, startte met een toelichting rond de voorlopige resultaten uit het onderzoek ‘ReumaWerkt’.

Daarna kwamen belangrijke sprekers van het werkveld rond professionele re-integratie aan het woord:

Saskia Decuman (Expert Onderzoek en Ontwikkeling, Algemene dienst voor uitkeringen van het RIZIV), Eline Bruneel (Beleidsmedewerker van het Vlaams PatiëntenPlatform), dokter Berkein (Voorzitter WVV en Arts-Directeur van de Socialistische Mutualiteiten), dokter Vrielynck (Teamleader Arbeidsgeneeskunde Brugge-Kust van Liantis) en Eva D’hauwer (Bijblijfconsulente ACV Brussel-Halle-Vilvoorde).


Het werd een zeer interessante avond. Niet alleen konden er vragen worden gesteld, ook werd er live gestreamd en werden de uiteenzettingen opgenomen. Deze opnames konden bekeken worden tijdens het virtueel symposium en kunnen ook hier geconsulteerd worden, door te klikken op de naam van de spreker. Naast de sprekers vind je ook een link naar de volledige uiteenzetting (powerpoints):

 

Anja Marchal, ReumaCoach - de volledige powerpoint vind je hier.

dr Saskia Decuman - de volledige powerpoint vind je hier.

Eline Bruneel - de volledige powerpoint vind je hier.

dr Berkein - de volledige powerpoint vind je hier.

dr Vrielynck - de volledige powerpoint vind je hier.

Eva D'hauwer - de volledige powerpoint vind je hier.

 


 

06/04/2020

 

Artikel uit de nieuwsbrief van het Vlaams PatiëntenPlatform van vrijdag, 3 april 2020, aangevuld met informatie vanuit het RijksInstituut voor Ziekte- en Invaliditeit (RIZIV). Klik hier voor meer informatie.

 

Op welke uitkering heb je recht als je moet stoppen met je gedeeltelijke werkhervatting tijdens je arbeidsongeschiktheid?

In het kader van de coronamaatregelen zijn veel ondernemingen verplicht om hun activiteit geheel of gedeeltelijk stop te zetten en de toekenning van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor hun werknemers aan te vragen. Als je arbeidsongeschikt bent erkend en je gedeeltelijk het werk hervatte met de toelating van de adviserend arts, heb je recht op een uitkering. De toekenning van de tijdelijke werkloosheidsuitkering zal afhangen van het volume en de aard van je gedeeltelijke werkhervatting.


 
Het normale volume van jouw werkhervatting is meer dan 1/5 (20%)
 
Als het normale volume van jouw werkhervatting meer dan 1/5 (20 %) is, is het mogelijk om een werkloosheidsuitkering te krijgen als je volledig of gedeeltelijk de uitoefening van deze activiteit moet stopzetten. Deze werkloosheidsuitkering zal te combineren zijn met de arbeidsongeschiktheidsuitkering. Je uitkering zal verminderd blijven zoals vóór je de activiteit volledig of gedeeltelijk stopzette. Je inkomensverlies zal hier evenredig zijn met de vermindering bij werknemers die op tijdelijke werkloosheid vallen en die dus niet arbeidsongeschikt zijn.
 
Het volume van jouw werkhervatting is minder dan 1/5
 
Als het normale volume van jouw werkhervatting niet meer dan 1/5de is, is de toekenning van een werkloosheidsuitkering niet mogelijk. Je behoudt wel je volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering. Je totale inkomen zal dalen, maar deze daling zal minder uitgesproken zijn omdat het om een klein werkvolume ging en het daaraan gekoppelde loon ook lager is.

Tijdelijke werkloosheid en toegelaten arbeid buiten het normale arbeidscircuit, in een maatwerkbedrijf of sociale werkplaats:

Als je jouw aangepaste activiteit buiten het normale arbeidscircuit in een maatwerkbedrijf of sociale werkplaats (paritair comité 327) verricht, zal je enkel jouw volledige arbeidsongeschiktheidsuitkeringen behouden, onafhankelijk het volume van deze aangepaste activiteit (geen toekenning van tijdelijke werkloosheidsuitkeringen aan jou mogelijk).

 
Meer info?

 

Op dinsdag, 17 maart 2020 formuleerde de KBVR (Koninklijke Belgische Vereniging voor Reumatologen) nieuwe aanbevelingen in kader van het Coronavirus. Volgende richtlijnen werden geformuleerd in kader van werken met een reumatische aandoening:

 

"Ga niet werken als je je ziek voelt
Personen die zich ziek voelen moeten thuis blijven van het werk en dit om het risico te verminderen dat ze anderen besmetten. Neem telefonisch contact op met je huisarts voor een attest. Mochten er aanwijzingen zijn dat het kan gaan om een Corona-infectie, dan zal de huisarts aanwijzen welke stappen moeten worden genomen.

Bijkomende adviezen bij vermoeden van een infectie

  • Blijf uit de buurt van andere mensen of draag een masker om besmetting van anderen te voorkomen (zeker ouderen en mensen uit de risicogroep)
  • Hou voldoende afstand van andere personen
  • Verlucht regelmatig de woning
  • Was jouw handen regelmatig en zeker na het hoesten/niezen/snuiten
  • Deel geen voorwerpen met anderen (glazen, bestek, …)
  • Gebruik een ontsmettend schoonmaakproduct om oppervlakten te reinigen

Mogen niet-zieke personen met een verminderde immuniteit gaan werken?
Op dit ogenblik is er geen systematische aanbeveling voor mensen met een verminderde immuniteit (ongeacht de reden voor deze immuniteitsverandering) om preventief thuis te blijven van het werk. Zo veel als mogelijk wordt thuiswerken gestimuleerd. Op het werk dienen de algemene hygiënische maatregelen zo strikt als mogelijk te worden gerespecteerd.
Wel kan het zijn dat de werkgever bijzondere maatregelen treft voor personeel in risicogroepen (bvb een chronische aandoening, verminderde immuniteit). Zo kunnen in overleg met de werkgever jobaanpassingen worden overeengekomen om het risico op contact met corona-patiënten te verminderen. Indien de werkgever dit vraagt, kan de behandelende arts hiervoor een attest opmaken."

De volledige aanbevelingen vind je via deze link.