Wat is nieuw in reumatologie?

 

03/11/2023

 

Wat is nieuw in onderzoek in reumatologie? We zetten enkele belangrijke bevindingen op een rijtje.

 


Bewegen met heupartrose
Het onderzoeksteam bekeek de verschillen tussen mannen en vrouwen met heupartrose die bewegen onder toezicht. De steekproef omvatte 791 mannen en 2.253 vrouwen die een vastgelegd beweegprogramma volgden. Beide groepen hadden na afloop minder pijn, maar om verschillende redenen. Vrouwen waren meer afhankelijk van het programma, mannen noteerden eerder een algemeen beter mentaal welbevinden en minder comorbiditeiten (ziektes naast de artrose). Bij mannen hielden programmaspecifieke factoren geen verband met de pijnbeleving.

Conclusie: de invloed van sommige factoren op pijn verschilt voor mannelijke en vrouwelijke proefpersonen en wijzen op een mogelijke behoefte aan gerichte benaderingen voor mannen en vrouwen. Zorgverleners zouden daarom gebruik moeten maken van verschillende kernboodschappen/benaderingen.
Bron: Arthritis Care Res (Hoboken) 2023 May;75(5):1140-1146. doi: 10.1002/acr.24954.Epub 2023 Jan 10.

 

 

JAK-remmers nuttig bij ziekte van Still?
Doel: de werkzaamheid en veiligheid van JAK-remmers beoordelen bij moeilijk te behandelen systemische JIA of de ziekte van Still bij volwassenen (AOSD).
Negen patiënten (waarvan zeven volwassenen) deden mee met de studie. Alle patiënten reageerden te weinig op een behandeling met corticosteroïden (cortisonen) of conventionele synthetische of biologische DMARD's. 

Conclusie: JAK-remmers kunnen een therapeutische optie zijn voor sommige patiënten met de moeilijk te behandelen ziekte van Still, vooral degenen die gedeeltelijk reageren op middelhoge of hoge doses corticoïden of biologische geneesmiddelen. De JAK-remmers werden goed verdragen, er waren geen ernstige bijwerkingen.
Bron: Rheumatology (Oxford) 2023 Apr 3;62(4):1594-1604. doi: 10.1093/rheumatology/keac440.

 

 

Filgotinib: geen meetbare invloed op spermaparameters of geslachtshormonen
Deze studies hadden tot doel vast te stellen of de JAK-remmer filgotinib de spermaparameters en geslachtshormonen beïnvloedt bij mannen met ontstekingsziekten.
De 248 deelnemers werden verdeeld in twee groepen. Een groep kreeg filgotinib 200 mg, de andere groep een placebo (nepmedicijn). Filgotinib werd goed verdragen, zonder nieuwe bijwerkingen.

Conclusie: De resultaten suggereren dat eenmaal per dag 200 mg filgotinib gedurende 13 weken geen meetbare invloed heeft op spermaparameters of geslachtshormonen bij mannen met actieve IBD (darmziekte) of inflammatoire reumatische aandoeningen. Filgotinib zou dus veilig gebruikt kunnen worden door mannen met een kinderwens.
Bron: Ann Rheum Dis 2023 May 3;ard-2023-224017. doi: 10.1136/ard-2023-224017.

 


Hoe werkzaam zijn baricitinib en tofacitinib (JAK-remmers) in vergelijking met bDMARD's (biologicals)?
Effectiviteit van baricitinib en tofacitinib vergeleken met bDMARD's bij mensen met reumatoïde artritis: gegevens uit nationale Zweedse registers.
Het doel van deze studie was om het gebruik van baricitinib en tofacitinib door Zweedse RA-patiënten te beschrijven en de effectiviteit ervan te vergelijken met die van biologische DMARD's.

Conclusie: het gebruik van baricitinib en tofacitinib is minstens even goed dan het gebruik van biologicals.
Bron: Rheumatology (Oxford)2022 Oct 6;61(10):3952-3962. doi: 10.1093/rheumatology/keac068.

 


Effect van afbouw DMARD’s (reumaremmers) in dagelijkse praktijk bij patiënten met reumatoïde artritis
Patiënt-individueel afbouwen van DMARD's bij patiënten met reumatoïde artritis in een real-world setting
De onderzoekers streefden ernaar ‘real-world’ bewijs te leveren over de effectiviteit van patiënt-individuele afbouw van DMARD's voor patiënten met RA in de dagelijkse klinische praktijk met behulp van medische dossiers en schadegegevens.
Het risico op opflakkering van de ziekte of verlies van remissie (ziekte niet meer onder controle) was niet statistisch verschillend tussen de individuele afbouwgroep en de voortzettingsgroep. Lichte toenames van ziekteactiviteit en afnames van levenskwaliteit werden 12 maanden na de start van het onderzoek waargenomen, wederom zonder statistisch significant verschil. De geneesmiddelenkosten daalden met € 1017 in de individuele afbouwgroep, terwijl ze met € 1151 toenamen in de voortzettingsgroep.

Conclusie: Het individueel afbouwen van DMARD's verhoogt het gemiddelde risico op opflakkeringen of verlies van remissie niet. Het aanmoedigen van reumatologen en patiënten om het afbouwen van medicatie toe te passen bij gedeelde besluitvorming kan een haalbare benadering zijn om individualisering van de behandeling van RA mogelijk te maken.
Bron: Rheumatology (Oxford) 2023 Apr 3;62(4):1476-1484. doi: 10.1093/rheumatology/keac472.

 

 

Afbouwen van medicatie bij lupus
Behandelingsdoelen voor systemische lupus erythematosus (SLE) zijn de Lupus Low Disease Activity State (LLDAS, Lupus Lage ZiekteActiviteitsStatus), remissie (onder controle hebben van de ziekte) en complete remissie. Het is niet bekend of de behandeling kan worden afgebouwd na het bereiken van deze doelen en of afbouwen veiliger is bij patiënten in complete remissie dan bij lage ziekteactiviteit. 
Het doel van deze studie: de kans op ziekteopflakkeringen na het afbouwen van de behandeling bij stabiele ziekte te beoordelen, in vergelijking met het voortzetten van dezelfde therapie. Daarnaast werd bekeken of afbouwen in complete remissie zorgde voor minder opstoten of een langere tijd tot een opstoot in vergelijking met afbouwen bij lage ziekteactiviteit of remissie.
Dertien Aziatische landen namen hieraan deel, 3002 mensen namen deel aan de studie.

Conclusie: Patiënten met stabiele SLE ervaarden na het afbouwen van corticosteroïden of immunosuppressieve therapie meer opstoten. De bevindingen geven aan dat het afbouwen van medicatie zorgvuldig moet worden overwogen, waarbij de risico's en voordelen tegen elkaar moeten worden afgewogen, en het beste kan worden toegepast bij volledige remissie en na tenminste zes maanden stabiele ziekte. Afbouwen is dus niet zomaar bij iedereen altijd een goed idee.
Bron: Nat Rev Rheumatol. 2022; 18: 146-157

 

Bron: MediPub, The Lancet Rheumatology