Reumaremmers na JAK falen

pillen

 

23/11/2022

 

Op het Belgisch Congres Reumatologie in september 2022 gaf Prof. Diederik De Cock een presentatie over welke antireumatica de beste resultaten geeft na JAK falen. Je leest een samenvatting hier.


Janus Kinase remmers, in het kort JAKs, zijn de nieuwste familie van antireumatica. In reumatoide artritis (RA) wordt deze medicatie reeds geregeld gebruikt.

 

Niet alleen bewezen klinische proeven dat JAKs klinisch goede resultaten geven, ook is het feit dat ze in pilvorm toegediend kunnen worden aanlokkelijk.

Hoewel ze in de praktijk vaak bevredigende resultaten opleveren, werken deze medicijnen niet voor iedereen. Daarom is het belangrijk te weten welke antireumatica de beste optie zijn na het falen van een JAK. Daarom hebben onderzoekers vanuit de Koninklijke Belgische Vereniging voor Reumatologie (KVBR) deze studie ondernomen.

Men gebruikte hiervoor gegevens van het Belgische register voor RA medicatie, TARDIS genaamd. Om bepaalde dure medicatie terug te laten betalen in Belgie, moeten patienten aan bepaalde voorwaarden voldoen. TARDIS registreert gegevens van de patient en de medicatie over gans het land, en biedt dus zo een unieke kijk in de werking van antireumatica in ons land.

 

Eerst selecteerden de onderzoekers al de mensen die een JAK hebben gestopt in het TARDIS register. Hierna werden de verschillende medicaties na JAK stop ingedeeld in vier groepen: TNFi zoals Enbrel, B/T cell inhibitoren als Mabthera, IL6 inhibitoren zoals RoActemRA en opnieuw een JAK. De onderzoekers bekeken dan de klinische respons na zes maanden.
Gegevens van meer dan 1200 patienten die een JAK hebben gestop in TARDIS kan worden verzameld. De meesten starten TNFI therapie (36%) na het stoppen van een JAK, maar ook B/T cell inhibitoren (19%), IL6 inhibitoren (18%) en een verrassend hoog aandeel secundaire JAKs (27%) waren voor reumatologen een optie na het stoppen van een eerste JAK.

 

De onderzoekers vergeleken de kenmerken van de patiënten in deze groepen en vonden enkele opmerkelijke verschillen.

Mensen waarbij een tweede JAK werd opgestart hadden een hogere leeftijd en langere ziekteduur, maar zij hadden ook een lagere ziekte-activiteit. Deze verschillen zullen waarschijnlijk een invloed hebben op de hiernavolgende analyse aangaande de werking van de medicatie na 6 maanden. In deze analyse vonden de onderzoekers een duidelijke antwoord op de originele vraagstelling. De grootste respons werd bereikt bij mensen op een IL6 inhibitor, met een response percentage over de 55%. De andere groepen bereikten een response percentage rond de 40%.

 


Dit onderzoek bood dus een duidelijk antwoord op de vraag wat momenteel de beste optie lijkt na het stoppen van JAK therapie. IL6 inhibitoren lijken de beste respons op korte termijn te geven. We moeten echter in acht nemen dat verschillen in karakteristieken tussen groepen ook kunnen leiden tot een vertekening van het resultaat. Daarom plannen deze onderzoekers aangepaste analyses om hun uitkomst te bevestigen, zowel op korte als lange termijn.

 

Voor meer informatie kan u steeds de hoofdonderzoeker Professor Diederik De Cock contacteren.

 

Meer lezen over JAKs? Je vindt onze brochure hier.