Echografie bij ziekte van Sjögren

 

03/11/2022

 

Tijdens het Belgisch Congres voor Reumatologie werd een presentatie gegeven over een onderzoek bij mensen met Sjögren. De onderzoekers lichten het project graag toe.

 

Het syndroom van Sjögren is een auto-immuunaandoening, wat betekent dat het immuunsysteem, dat normaal voor afweer tegen onder andere virussen en bacteriën dient, overactief is en om onduidelijke redenen het eigen lichaam begint aan te vallen. In het geval van Sjögren zijn het typisch de traan- en speekselklieren die getroffen worden waardoor klachten van droge ogen en een droge mond ontstaan. Daarnaast hebben veel patiënten last van spier- en gewrichtspijn en komen vermoeidheidsklachten en depressie frequent voor. Hoewel de ziekte niet zo goed gekend is, komt ze vrij regelmatig voor en dit vooral bij vrouwen vanaf 40 jaar.


Een aantal jaar geleden heeft een Britse onderzoeksgroep een grote groep Sjögren patiënten opgedeeld op basis van een wiskundig algoritme. Dit was gebaseerd op vragenlijsten waarin patiënten aangaven hoeveel klachten ze hadden gerelateerd aan pijn, droogte, vermoeidheid, angst, depressie, klachten die zeer vaak voorkomen bij deze mensen.

Deze onderzoekers vonden toen dat de groep op basis hiervan in vier clusters opgedeeld kon worden: patiënten met weinig klachten (low symptom burden = LSB), voornamelijk droogteklachten en vermoeidheid (dryness dominant with fatigue = DDF), voornamelijk pijn met vermoeidheid (pain dominant with fatigue = PDF) en zeer uitgesproken klachten (high symptom burden = HSB). De onderzoekers hebben in tweede tijd gekeken naar verschillende waarden in het bloed van deze patiënten en het leek alsof de verschillende groepen ook andere waarden hadden en dat het verschillende klachtenpatroon dus mogelijks gekoppeld was aan verschillen in de onderliggende ziekte.


De laatste jaren wordt echografie van de speekselklieren steeds meer gebruikt bij uitwerking naar de ziekte van Sjögren waarbij dan typische veranderingen gezien worden bij deze patiënten. Deze kunnen echter variëren van mild tot zeer uitgesproken. Wij onderzochten of echografie van de speekselklieren verschilt tussen de clusters zoals hierboven beschreven.


Om deze vraag te beantwoorden hebben we gegevens van 171 patiënten uit de Belgian Sjögren’s Syndrome Transition Trial, of kort BeSSTT, gebruikt. Deze cohorte van het UZ Gent bestaat enerzijds uit patiënten met een zekere diagnose van Sjögren, maar ook uit patiënten met minstens één kenmerk van de ziekte, maar bij wie de diagnose niet met zekerheid bevestigd kan worden.

 


Wat ons opviel was enerzijds dat de echografieën van patiënten met een zekere diagnose van de ziekte duidelijk meer afwijkend waren dan bij de andere patiënten. Wanneer we naar de verschillende patiënten clusters keken zagen we dat ook binnen deze groepen, er duidelijk meer afwijkingen waren bij de patiënten met een zekere diagnose van Sjögren, behalve in de LSB groep. In deze groep hadden de twee subgroepen gemiddeld evenveel afwijkingen op de echografie van de speekselklieren. Wanneer we enkel naar de patiënten met een zekerheidsdiagnose van Sjögren keken, viel op dat de patiënten met een DDF endotype gemiddeld duidelijk meer afwijkingen op de echografie vertoonden dan patiënten uit de andere clusters. Anderzijds zagen we ook bij een  groepje jonge patiënten met autoantilichamen in hun bloed die typisch bij de ziekte van Sjögren gezien worden doch bij wie de ziekte nog niet duidelijk aanwezig was dat er reeds opvallende veranderingen te zien waren op de echografie van de speekselklieren. Mogelijks zijn dit patiënten met een vroeg stadium van de ziekte.


Wanneer we specifiek inzoomen op patiënten met zeer veel afwijkingen op echografie van de speekselklieren zagen we dat deze patiënten ook de meest uitgesproken tekenen van Sjögren vertoonden in hun bloed en ook de meest uitgesproken droogte van mond en ogen ervaarden onafhankelijk van de patiënten cluster waartoe ze behoorden.

 


Dit onderzoek is belangrijk voor verder onderzoek naar de ziekte van Sjögren omdat dit aantoont dat echografie van de speekselklieren verschilt tussen patiëntengroepen gebaseerd op de klachten die deze personen ervaren. Deze bevindingen geven dus een bijkomend argument dat dit gerelateerd is aan verschillen in de onderliggende ziekte. Deze resultaten tonen ook het belang aan van echografie van de speekselklieren bij het onderzoeken van patiënten met de ziekte van Sjögren of bij wie deze ziekte vermoed wordt.

 

Met dank aan Dr. Liselotte Deroo en Dr. Isabelle Peene (UGent)